Als naam van het vak ‘godsdienst’ kiest onze school voor ‘Zin & Levensverkenning’ (kortweg: ‘Levensverkenning’).
Hiermee willen we de aanpak van het vak eigentijds maken. Wat betekent dat?
Het leven verkennen in wat levenbevorderend en zinvol is, is een belangrijke taak die onze school zich stelt in de vorming van jongeren.
- Welke waarden staan centraal?
- Welke levensstijl wil ik als mens nastreven?
- Kan ik en hoe kan ik mijn leven kritisch opbouwen aan de hand van spirituele levensvisies?
De toetsing van de eigen kijk op het leven aan meerdere levensvisies is belangrijk in de ontwikkeling van jonge mensen. Ook al is hun kijk onderhevig aan verandering, we dagen hen in onze lessen uit om bij elke levensomstandigheid in de diepte te kijken, open naar de toekomst.
Vijf rituelen om natuurbewust en zelfbewust met jezelf om te gaan
op deze site voor de lessen LEVENSVERKENNING 6de jaar ASO
——————————————
In de les wordt geregeld aan het bord uitleg gegeven. Neem hiervan notities. Deze notities zijn je werkmateriaal om de opdrachten die bij elk lesonderdeel horen behoorlijk te kunnen afwerken.
Je vindt op deze website alle teksten, bijkomende informatie, schema’s, beeldmateriaal … èn opdrachten. Samen vormen ze de cursus van het 6de jaar.
Amor fati
naam van deze website over levensverkenning
Friedrich Nietzsche heeft kritische boeken geschreven over de christelijke godsdienst. Als zoon en kleinzoon van een dominee was ook hij voorbestemd om dominee te worden. Als jonge student nam hij afstand van de dominee-opleiding en schakelde hij over naar de studie van de filologie. Al zijn zijn vele boeken alle belangrijk, toch springen er twee bovenuit: ‘Alzo sprak Zarathustra’ en ‘De Vrolijke Wetenschap’.
Nietzsches verhaal ‘de dood van God’ heeft veel invloed gehad op ons zelfverstaan. Het kreeg in de tweede helft van de 20ste eeuw zijn volle belang. Het verhaal blijft tot op vandaag onderhuids in de westerse (christelijke) cultuur voortzinderen. Deze ‘dood van God’ betekent vooral de ‘dood van een godsbeeld’, een voorstellingswijze van ‘God’. Nietzsche was sterk beïnvloed door het ‘wordingsdenken’ (evolutie), waardoor het klassieke theïstische godsbeeld (een onveranderlijke God in een bovennatuur als scheppende grond van al het bestaande in de kosmos) door hem niet meer aanvaard werd.
Hoe moet je dan zijn mensbeeld verstaan? Hiervoor staan bij Nietzsche twee begrippen centraal: ‘Übermensch’ en ‘Ewige Wiederkehr des Gleichen’.
Om de Übermensch te schetsen geeft Nietzsche drie groeimetaforen:
a. Alle mensen worden als ‘Kamelen‘ geboren: lastdieren die door de ‘woestijn van het leven’ sjokken, en waarop je alles kan opladen: kennis, moraal, cultuur … De ‘Kameel’ wordt gekenmerkt door ‘IK MOET’. Velen blijven in hun hele leven ‘Kameel’ [een metafoor die veel christelijk gelovigen in de tijd van Nietzsche kenmerkte].
b. Een aantal ‘Kamelen’ transformeert tot ‘Leeuw‘ en leven vanuit het principe ‘IK WIL’. We herkennen dat in het pubergedrag … dat voor een aantal volwassenen de blijvende levenshouding is. Deze overgang is een stap in een gezond proces, maar moet zelf ook weer transformeren.
c. Het ‘Kind‘ is de laatste fase in de beschrijving die Nietzsche geeft. Het gaat er niet om dat we simpel als kleine kinderen zouden zijn/worden. Het beste kan je het ‘Kind’ begrijpen met het beeld van kinderen die zandkastelen bouwen op het strand: op een bepaald moment komt de zee op en spoelt ze het zandkasteel weg. Wonderlijk is dat die kinderen dan niet kwaad reageren, maar vinden het prettig door zolang als mogelijk op de restanten van het kasteel te blijven staan. En wat doet een kind een ‘dag’ later: opnieuw een (nog groter) zandkasteel bouwen, met eenzelfde plezier en eenzelfde afloop. ‘IK SPEEL het leven’ is de ‘Kind’-houding.
Wie als ‘Kind’ door het leven weet te gaan kan Übermensch genoemd worden, met daaraan de ‘Eeuwige terugkeer van hetzelfde’ gekoppeld. Dit wil zeggen dat je je zo moet opstellen alsof je leven in een onophoudelijke herhalingslus is: elke dag kan je zien als een herhaling van hetzelfde: eten klaar maken, eten klaar maken, eten klaar maken … de deur opendoen, de deur opendoen, de deur opendoen … enz. (vul zelf maar in). En in die herhalingslus probeer je steeds vanuit de ‘Kind’-houding functioneren.
En dat betekent ‘carpe diem‘ ook (Epicurus, die een sobere en eenvoudige levensstijl voorstond): pluk de dag. Hiermee wordt niet bedoeld: vandaag erop los leven, want vandaag komt niet meer terug. Het betekent niet: ‘Laat het beest in je los’, niet: ‘knaldrang’. ‘Carpe diem’ betekent elk moment van de dag ‘plukken’. Dit moment, deze les, deze taak ‘plukken’: je kan dat verveeld en met morren doen of er telkens weer het beste van maken, zoals een ‘Kind’ zou doen. En dit vanuit het besef dat dit moment (deze les, deze taak, deze plezante gebeurtenis, deze pijnlijke gebeurtenis …) als het ware altijd weer terugkeert. Hoe zou je dit moment dan nu willen beleven, wetend dat dit onvermijdelijk onophoudelijk zou kunnen herhaald worden.
Dit is het echte ‘carpe diem’, dit is Übermensch-zijn …
Amor fati – bemin je lot – betekent: leef niet vanuit het verleden of vanuit een (gedroomde) toekomst, maar omhels het lot dat jou nu toebedeeld is. Je kan geen ander leven claimen. Kijk daarom in de ogen wat het leven jou toebedeelt. En dat is bij niemand ideaal, maar ook niet bij iedereen gelijk – je kan het immers slecht treffen. Je leven is wat het is, maar onderga het niet zomaar: pak het op – elke dag opnieuw – en beleef het zo dat het de moeite waard zou zijn om het in een onophoudelijke herhalingslus telkens opnieuw te beleven.
Vanuit deze levenshouding – ‘amor fati’ – proberen te functioneren is een hedendaagse vorm van levenskunst.
Wil jij niet zo in het leven staan … voor de komende 50 jaar?
Heel ons denken is cultuurbepaald, standplaatsgebonden, met tal van onuitgesproken vooronderstellingen.
Is de werkelijkheid zoals we die denken te kennen wel écht w e r k e l i j k h e i d en weten we ook wel écht iets – of weten we enkel dat we bijna niets weten?
O ja, we leren heel wat leerkrachten-wijsheid en -kennis, soms zelfs alleen maar voor de ‘punten’. Maar zelfs als je dit nu leest, ‘weet’ je dit dan zelf of is het je aangepraat en weet je dat dan voor altijd?
Ken jij een goed afleerkracht? Een niet-weter – in plaats van al de betweters rondom je?
Niet-weten is alles afleren.
Niet letterlijk natuurlijk, anders word je blanco als een baby, maar figuurlijk.
Met afleren bedoel ik alles wat je geleerd hebt tegen het licht houden.
Het geleerde doorzien.
Je geleerdheid doorzien.
Je aannames doorzien.
Je woorden doorzien.
Het doorzien doorzien.
Inzien dat je niet alles kan doorzien.
Iemand die alles wat hij geleerd heeft tegen het licht houdt, heet een afleerling.
Iemand die een ander helpt om alles wat hij geleerd heeft tegen het licht te houden, heet een afleraar.
Van een afleraar kan je niets leren behalve dat je niet weet wat je dacht te weten, maar dat mag geen leren heten.
Alle leraren in dit Witboek Niet-Weten, op NietWeten.nl en in de Agnosereeks zijn afleraren.
Iedere afleraar is zijn eigen afleerling.
Iedere afleerling is zijn eigen afleraar.
Alle afleerlingen zijn per definitie leerling-af en alle afleraren zijn per definitie leraar-af.
De kans dat je vast komt te zitten in je afleraar- of afleerlingschap is daarom nihil.
De kans dat je je eraan kan optrekken ook.
Bron: Het WITBOEK NIET-WETEN op NietWeten.nl
EN … weet je het nu?
Nog dit: heb jij een aptoniem?
Ook jij bent deel van het grote geheel
Slufter-dagboekje 134 (22-02-21)
- Als ik sterf, zal de wind niet harder waaien.
Er zal geen haan zachter kraaien
Er zal geen grasspriet minder groeien
Er zal geen bloesem later bloeien
Alles gaat door
Zoals het ook was daarvoor
Voor ik op aarde was
Maar eigenlijk was ik er toen ook al
Ik was al deel
Van het grote geheel.
Ik werd geboren.
En ik dacht dat ik ‘ik’ was
Tot ‘ik’ op een dag
In de duinen lag
En zag
Dat ik ook in dit leven hoor
Bij het grote geheel,
Bij de oorsprong van alle natuur
En dat ik elk uur
De rest van dit bewuste leven
Liefde ga zijn en liefde ga geven
Schoonheid ga zoeken
In alle gaten en hoeken
En als ik sterf,
weer deel word,
van de reden
Dat de wind waait
De haan kraait
De grasspriet groeit
En de bloesem bloeit.
Jochem Myjer
Wees niet bang
wees niet bang je mag opnieuw beginnen
vastberaden doelgericht of aarzelend op de tast
houd je aan regels volg je eigen zinnen
laat die hand maar los of pak er juist een vast
wees niet bang voor al te grote dromen
ga als je het zeker weet en als je aarzelt wacht
hoe ijdel zijn de dingen die je je hebt voorgenomen
het mooiste overkomt je het minste is bedacht
wees niet bang voor wat ze van je vinden
wat weet je van een ander als je jezelf niet kent
verlies je oorsprong niet door je te snel te binden
het leven lijkt afwisselend maar zelfs de liefde went
wees niet bang je bent een van de velen
tegelijk is er maar een als jij
dat betekent dat je vaak zult moeten delen
en soms zal moeten zeggen laat me vrij
Een gedicht van Freek de Jonge uit ‘Kijk, Dat Is Freek’, 2011.
De GROEI-mindset
Bron: https://platformmindset.nl/ -> neem hier eens een kijkje!